Parallelschakelingen met weerstanden...

R1=12 ohm R2=48 ohm Rv=?

1 1 1 1 1

-- = -- + -- = -- + -- rv R1 R2 12 48

kan niet, dus gelijk maken

4x12=48 dus:

4 1 5

-- + -- = --

48 48 48

48/5 = 9,6

Rv = 9,6 Ohm.

Stimmt das?

Reply to
Guido
Loading thread data ...

Ja je kent het truukje nu. Maar grok je het ook?

(

formatting link
)

--
Joop van der Velden
pe1dna@amsat.org
Reply to
Joop van der Velden

Bij serieweerstanden snap ik het hele verhaal. Bij parallel snap ik ook dat de grootste stroom door de kleinste weerstand gaat en dat de spanning overal gelijk blijft. Het gevogel met breuken neem ik echter voor voor feit aan.

Ook dat heeft zijn beperkingen weer. Ik liep namelijk alweer tegen een probleem aan toen ik andere getallen ging gebruiken.

R1=15 R2=49 Rv=?

1 1 1

-- = -- + -- Rv 15 49

dan krijg je hele rare, zo niet onmogelijk grote getallen als je die twee gelijk wilt maken toch? Vandaar dat ik liever met getallen achter de komma werk ipv breuken. Maar ja, dat truukje heb ik nog niet geleerd in dit verband... ;-)

Reply to
Guido

Op z'n jan-boerefluitjes (ter illustratie van wat ik eerder bedoelde):

Als 48 en 12 Ohm parallel staan dan loopt door de 12 Ohm weerstand 48/12 = 4 maal zoveel stroom als door de 48 Ohm weerstand. De totale stroom is dus vijf vierde maal de stroom door de 12 Ohm weerstand. De vervangingsweerstand is dus 4/5 maal 12 Ohm = 9,6 Ohm.

Of, nog korter: de weerstanden verhouden zich als 1 : 4, dus de vervangingsweerstand is 1/5 lager dan de laagste weerstand, dus 4/5 maal

12 Ohm = 9,6 Ohm.
--
Gerard.
Reply to
Blaandrager

valt toch wel mee?

1 1 49 15 64 1

-- + -- = -- + -- = -- = --

15 49 735 735 735 11.5

maar goed als je geen zin in de breuken hebt of door de truukjes de goocheldoos niet meer ziet:

1/15+1/49 = 0.0666 + 0.02040 = 0.08706

(dit levert toch geen probleem op, hoop ik?)

dus 1/Rv = 0.08706 en dan ook: Rv = 1/0.08706 = 11.5

helpt dit?

aju, olaf

Reply to
Olaf

Laat ik het zo simpel mogelijk houden: Bij parallel geschakelde weestanden kan je in gedachten gewoon de geleidbaarheid van alle weerstanden bij elkaar optellen. En die geleidbaarheid (in eenheid Siemens) is omgekeerd aan de weerstand. Mathematisch omkeren is gewoon delen door 1.

In de door jou aangehaald formule doe je voor alle weerstanden 1/R en dat tel je bij elkaar op, daarmee krijg je de geleidbaarheid van de vervangingsweerstand. Die deel je weer door 1 om de weerstandwaarde in Ohm te krijgen.

--

         Venlig Hilsen

Meer mensen verdrinken in het glas, dan in de zee.
Reply to
Venlig Hilsen

Op de meeste rekenmachines zit ook de functie 1/x

Dan tiep je 15 in daarna druk je op het 1/x knopje.

--
Wil je ook niet voor muisklikken gaan betalen?
Stem dan tegen de Europesegrondwet.

pim. ReplyTo: nospam4me [at] schaeffer.tk

Reply to
pim schaeffer

pim schaeffer stelde het volgende voor :

Dat wordt lastig.. Gaat alleen op bij serieschakelingen.... :-D Bij parallelschakeling is de spanning op elk component gelijk... Bij serieschakelingen is de stroom de gemeenschappelijke factor.. :-)

--
Pasq

*** Nobody is perfect. I'm nobody ***
Reply to
Pasq

Dit snap ik zo ja. Nu straks nog een lijst met opgaven voor mezelf maken waarin ik de verschillende waarden door elkaar moet berekenen. Van U=I*R tot de waardes zoals bij serie en parallel geschakelde weerstanden. Dus gewoon hehalen, zodat het blijft hangen en dat ik leer wanneer ik wat toe moet passen. tis best knap wat jullie bereikt hebben.. hahahaha, mij iets uitleggen over wiskunde? Echt, er gaat dan gewoon een deur in mijn hoofd dicht en die gaat niet snel meer open, hoe graag ik ook wil. Maar gestaag komt het wel goed :-)

Reply to
Guido

ok... ik zit er net weer even aan en realiseer me ineens dat bij parallelschakelingen geldt:

Utotaal Rvervang = --------- Itotaal

Gewoon R=U/I dus.

Waarom wordt er dan heel omslachtig gedaan in het boek en gezegd:

(R1=10 R2=20) 1 1 Rvervang = --- + --- 10 20

In theorie hartstikke leuk hoor dat wanneer je 1 deelt door 10 en 1 deelt door 20 en die twee uitkomsten bijelkaar optelt en dan 1 door die uitkomst deelt, je dan de zgn. vervanginswaarde hebt. In de praktijk klopt er gewoon geen zut van want Rv = Ut / It

Wat is de relatie dan in vredesnaam?

Dit is dus precies datgene waardoor ik altijd een t-hekel aan wiskunde had.

Please, help...

Reply to
Guido

Ah f*ck it... i'm a lost cause... ;-)

Reply to
Guido

succes ermee!

olaf

Reply to
Olaf

Bij paralell schakelen van weerstanden geld dat de spanning over elke weerstand gelijk is. Bovendien geld dat Ivervang = I1 + I2

Er zijn meerder manieren om iets uit te rekenen. Als je inplaats van getallen symbolen invult, dan kom je er achter dat je niet hoeft te weten welke spanning er opstaat om de vervangings weerstand te berekenen.

--
Wil je ook niet voor muisklikken gaan betalen?
Stem dan tegen de Europesegrondwet.

pim. ReplyTo: nospam4me [at] schaeffer.tk

Reply to
pim schaeffer

Je bedoelt Rvervang=R1+R2 ipv I toch? Of mis ik iets? (kan heel goed hoor ;-) )

Maar dat is dus wat ik leerde voor serieschakelen van weerstanden.... of niet? Juist bij parallel was dat wat omslachtiger (zie bovenstaande) en nu kom ik er dan bij een opgave achter dat ook bij parallelschakelen de weerstand gewoon r1+r2 zou zijn?

|---R1---| |---R2--|

----100v----| 20 ohm |---------|30 ohm |------- |--------| |-------|

Vervanginsweerstand hier zou 50 zijn.

-100v----|----------| R1=10 ohm R2=20 ohm

---------|----------|

Hier is de vervanginsweerstand 6,666 en das niet R1+R2....

Maar laat ik de stroom van deze eens uitrekenen: Ir1 = U/R1 = 300/10 = 30 Ir2 = U/R2 = 300/20 = 15 Dus I=45

My pont being.... i forgot my point... whahahahaha. Bedtijd...

Reply to
Guido

hoho, allebei de formule kloppen prima. De ene beschrijft de relatie tussen Rv, R1 en R2, de andere de relatie tussen Rv, It en Ut.

dat mag je hebben, maar hier is het nog geen wiskunde wat 't probleem is, sorry ;-)

ok. zoals gezegd, beide formules zijn goed, de een niet beter dan de andere. Welke je gebruikt hangt af van wat je al wel weet en wat je wilt weten. (Dit geldt overigens voor elk rekenprobleem met formules.) Als je alleen Ut en It weet heb je niet zoveel aan de 1/..-formule. De formule is misschien lastig, maar belangrijker, je moet R1 en R2 weten om Rv uit te rekenen. Maar andersom, als je alleen R1 en R2 weet heb je geen zak aan Rv=Ut/It. De formule klopt wel, je kunt er alleen niets mee, want je moet Ut en It weten en die weet je niet.

(Je kunt natuurlijk wel voor het gemak aannemen dat Ut=10V en vervolgens I1 en I2 uitrekenen. Die waardes voor I1 en I2 kloppen natuurlijk niet, ze gelden alleen als Ut=10V. En vervolgens kan je It (weer voor Ut=10V...) uitrekenen door I1 en I2 op te tellen. En dan kan je Ut en It in te vullen in Rv=Ut/It, en deze Rv geldt niet alleen voor Ut=10V, probeer maar eens wat verschillende Ut's uit!, maareh, dit is nou omslachtig. Er komt wel hetzelfde antwoord uit, als met 1/Rv=...)

Dus, als je een aantal weerstanden parallel zet (en je weet de waarde van elke weerstand) kun je gelijk uitrekenen wat de vervangingsweerstand is. Met 1/Rv=1/R1+1/R2... om precies te zijn. Lekker direct, lekker handig, aanrader ;-)

groet! Olaf

Reply to
Olaf

Yeah... ik houd dat wel aan... morgen het hoofdstuk gewoon nog eens opnieuw doen, nu zou alles er ongeveer in moeten zitten, na herhaling moet ik het zo uit mijn mouw kunnen schudden. Als dat niet zo is mag je me neerschieten ;-P

Reply to
Guido

Ha, remembered my point (duh):

Rv= Ut/It

Rv= 100/45 - 2,22222 en niet 6,66666 ???

Reply to
Guido

Vergeet dat stukje maar, ik ben opeens met een V van 300 gaan rekenen ipv 100, was net met een andere opgave bezig met V= 300

dus het wordt

IR1 = U/R1 = 100/10 = 1 IR2 = U/R2 = 100/20 = 5 I = IR1+IR2 = 6

Maar volgens het bovenste stukje, wat ze in mijn boek dus ook opeens gebruiken is Rvervang = Utotaal/Itotaal = 100/6 = 16,6666 Nog steeds geen 6,66666 wat er hierboven is uitgekomen.

Reply to
Guido

nee, hij bedoelt Ivervang, of zo je wilt Itotaal.

serie: Rv = R1 + R2 + ...

parallel: 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ...

serie: It = I1 = I2 = ...

parallel: Ut = U1 = U2 = ...

serie: Ut = U1 + U2 + ...

parallel: It = I1 + I2 + ...

altijd: Rv = Ut/It, R1 = U1/I1, R2 = U2/I2, ...

van mijn part wordt 't je nachtmerrie maar dit moet je kunnen dromen

dag, Olaf

Reply to
Olaf

Nee, 10 A

wordt dus 15 A

Rv = 100/15 = 6,6666

Klopt dus.

Je haalt af en toe parrallel en serieschakeling doorelkaar, misschien moet je dit onthouden:

Bij serie schakeling is de *stroom door* de weerstanden gelijk.

Bij parrallelschakeling is de *spanning over* de weerstanden gelijk.

Maar eigenlijk moet je dat gelijk zien als je het schema netjes tekent.

--
Wil je ook niet voor muisklikken gaan betalen?
Stem dan tegen de Europesegrondwet.

pim. ReplyTo: nospam4me [at] schaeffer.tk

Reply to
pim schaeffer

ElectronDepot website is not affiliated with any of the manufacturers or service providers discussed here. All logos and trade names are the property of their respective owners.