een klein versterktje

Beste,

Ik heb dez week een héél simpel transistor versterkertje gebouwd (klasse A) met een bipolaire transistor (2N4401) in GES. Nu ben ik aan het proberen om de spanningsversterking & stroomversterking te weten te komen. Voor de spanningsversterking neem ik de uitgangswaarde & deel de ingangswaarde ermee. Maar het probleem is een beetje de stroomversterking. Volgens mij heb ik hier te maken met µA, dus een A-meter lukt niet. Ik dacht toen in eerste instantie van ik meet de ingangsweerstand & de uigangsweerstand met een gewone ohmmeter. Vervolgens bereken ik zo via de wet van Ohm de ingangs- en uitgangsstroom en kan zo de versterking bepalen. Okey, ik weet dat het niet mag, dus moest in een andere oplossing hebben.

Ik weet niet of het juist is, maar ik heb om de stroomversterking te berekenen er de datasheet bijgehaald. Ik heb in een boek gevonden dat bij een GES de ingangsweerstand gewoon de hie en de uitgangsweerstand 1/hoe is.

Maar wanneer ik dit doe vind ik op datasheet weer 2 waarde per h-parameter (min & max). Hoe zou ik dat best dan interpretteren?

Om effe enkele waarde te geven, ik heb een ingangsspanning van 10mV, een uitgangsspanning van 3,65V, dus een AU van 355 (51,24dB), dat lijkt me een mooie spanningsversterking, maar ik zou nu nog graag de stroomversterking weten. Voor de DC heb ik voor R1 = 56k, R2 = 15k, RC = 10k en RE = 3,3k genomen met een CE van 220µF en een DC van 20VDC.

Bedankt,

Ps deze heb ik wel gecross-post, sorry voor de multipost van deze week.

dat kun je niet zomaar met iedere multimeter meten. Als je in DC gemeten hebt met je multimeter, dan meet je de DC instelling, het grootsignaal, de rustinstelling. Je kunt kiezen op welke spanning je in en uitgang plaatst. Logisch is (zeker voor deze toepassing) om de uitgang halverwege de voedingsspanning in te stellen (dan mag je kleinsignaal maximaal varieren).

Op de rustinstelling worden AC signalen gesuperponeerd, je ingangssignaal aan de basis van de transistor wordt versterkt, en gesuperponeerd op de uitgangsspanning. Als je de amplitude van het klein signaal aan de uitgang deelt door dat aan de ingang, dan ken je de spanningsversterking van uw transistorschakeling.

je plaatst je A-meter toch wel tussen je uitgang en je belasting (of tussen belasting en massa), en niet over je belasting? de ingangsstroom zou (als het in orde is) µA moeten zijn, en de uitgang mA. de stroomversterking wordt bepaald door de beta (te vinden in de datasheets), deze is echter sterk afhankelijk van de ene transistor tot de andere (zelfs tussen 2 met hetzelfde typenummer), daarnaast is die parameter heel sterk temperatuursafhankelijk. In de datasheet zul je waarden vinden, grootteorde tussen de 150 en 700 of zo.

Dat zal niet lukken. Ohms meet je niet wanneer je schakeling onder spanning staat, en weerstanden zijn afhankelijk van de aangesloten spanningen (cfr: diode in doorlaat of in sperzin)

De beta waar ik het daarnet over had, stemt overeen met hfe.

GES zonder emitterweerstand, en belastingsweerstand die (meestal) veel kleiner is dan de uitgangsweerstand van uw transistor.

Normaalgezien kun je die opmeten met een curvetracer of zo. Bij een goede schakeling spelen mag je normaalgezien met gemiddelden rekenen, omdat hun invloed geminimaliseerd wordt (in de mate van het mogelijke)

365?

Ter info: Voor de DC instelling moet je niet aan die condensator denken, en enkel RE in rekening brengen. Voor de AC instelling mag je die condensator als een kortsluiting beschouwen, en de emitter rechtstreeks aan de massa beschouwen. Nu zie je dat je idd te maken hebt met een GES zonder emitterweerstand.

De spanningsversterking zou moeten overeenkomen met - Ic * Rc / Vt, met Vt = temperatuursspanning, en die mag je = 25mV nemen. Ic = Ie = (Vcc - Vce) / (RE + RC).