Dubbele brugcel

Niet gehinderd door enige kennis stel ik deze vraag:

Ik heb een trafo met een secundaire wikkeling met een middenaftakking. tussen 1 en 3 staat 38V tussen 2 en 3 staat 14V Zo dus:

----( )1------------! ( ) ! ( ) !

2 ( ) ! 2 ( )2------! 38V 0 ( ) ! ! ( ) 14V ! ( ) ! !

----( )3------!-----!

Nu sluit ik op 1 en 3 een brugcel aan en op 2 en 3 ook een brugcel. Tussen de twee "minnen" van de brugcellen staat nu een paar volt wisselspanning. Ik neem aan dat dit te maken heeft met het faseverschil tussen de wikkelingen. Immers, het is nog geen mooie gelijkspanning.

Nu ga ik (zoals het hoort) over beide brugcellen een elko plaatsen. De spanningen worden nu mooi vlak maar er blijft een paar volt gelijkspanning staan tussen de twee "minnen"

Hoe komt dat en.....hoe kom ik ervan af? Gewoon de "minnen" aan elkaar knopen?

Alvast bedankt, Beppie

Reply to
Bep Nixnut
Loading thread data ...

Dat komt doordat je als het ware de brugcellen niet symmetrisch voedt. Want de wikkelingen hangen aan één kant aan elkaar (te weten: op aansluiting

3).

Nee hoor.

Dat is niet de oorzaak.

Nee dat zal niet werken. Je sluit dan op een of andere rare manier de wikkelingen op de trafo kort.

VRAAG: wat wil je bereiken? Mischien kan het best (wat je wil) maar moet je het op een andere manier aanpakken.

Telefan

Reply to
telefan

Gewoon even uittekenen wat er gebeurt, dan wordt het wat duidelijker. Nog even jou trafoplaatje, nu met brugcellen:

1 D7 o---. .-------------------->|----o +1 )||( | | )||( | | )||( | | )||( 2 D3 | | )|| >------>|----o +2 | | )||( | | | | )||( | - | - )||( | ^ D4 | ^ D8 )||( 3 | | | | o---' `-----)---+---------)---+- | | | | - - - - D1 ^ D2 ^ D5 ^ D6 ^ | | | | `-----o ? o-------' Min 2 Min 1

Zoals je ziet, vormen D1 - D4 de eerste brugcel en D5 - D8 de tweede. Als je afvlakelco's (niet getekend) toepast, krijg je zonder de verbinding tussen Min 1 en Min 2 een spanning van ca. 18 volt tussen +2 en Min 2, en ca. 52 volt tussen +1 en Min 1.

De wisselspanningsaansluitingen zullen *gemiddeld* de halve gelijkgerichte spanning voeren. Immers: het laagste punt van de sinus definieert de negatieve spanning, en het hoogste punt de positieve - en als je de negatieve spanning als nul definieert, krijgt de wisselspanning automatisch als gemiddelde waarde de halve gelijkspanning.

Met andere woorden: voor de gelijkgerichte 2-3 wikkeling voert aansluiting

3 (en overigens ook 2) 9 volt ten opzichte van Min 1 (en +1). Voor de gelijkgerichte 1-3 wikkeling is dit 26 volt ten opzichte van Min 2. Het verschil is zo'n 17 volt gelijkspanning.

Maar kijk nu wat er gebeurt als je de Minnen aan elkaar koppelt. Nee, er ontstaat geen kortsluiting, maar er gebeurt wel wat met de dioden en de spanningsniveaus; feitelijk komt een halve gelijkrichter te vervallen, en

+2 stijgt in spanning:

- D2 en D6 komen parallel te staan en kunnen door één diode vervangen worden. Laten we dus zeggen dat D2 overbodig wordt.

- D1 zal niet meer in geleiding komen en is dus overbodig; aansluiting 1 voert immers een grotere spanning tov aansluiting 3 dan aansluiting 2, zodat de spanning van wikkeling 1-3 als enige de waarde van de minaansluiting bepaalt.

- Dit betekent dat de gemiddelde waarde van aansluiting 3 de al genoemde

26 volt wordt ten opzichte van de Min. Voor +2 geldt dan deze spanning plus de halve gelijkgerichte amplitude van wikkeling 2-3, oftewel zo'n 26 + 10 = 36 volt. Dit laatste is misschien wat lastig in te zien, maar als je de sinussen uittekent, wordt het vrij snel duidelijk (althans dat hoop ik - het 'omdenken' van wissel- naar gelijkspannigsniveaus met dioden blijft toch altijd wat lastig).

Richard Rasker

--
Linetec Translation and Technology Services

http://www.linetec.nl/
Reply to
Richard Rasker

"Richard Rasker" schreef in bericht news: snipped-for-privacy@linetec.nl...

Ik kan (na heel wat tekeningetjes) je volgen tot het punt dat de Minnen aan elkaar gekoppeld worden. Daar ga ik morgen nog eens goed voor zitten, ik wil graag begrijpen wat er gebeurt.

Nee, ik dacht even snel een voedinkje te fabrieken voor 33, 12 en 5 volt. Van de 38 V aftakking met een brugcel en zener 33 V maken. (en dan maar hopen dat het stabiel genoeg is !!!) En van de 14 V aftakking met een brugcel en een 7812 en 7805 de andere spanningen maken. (de 78xx-en mogen maar max. 35 volt aan de ingang hebben, vandaar de tweede aftakking)

Wie een goede oplossing heeft........graag. Tot zover al bedankt (en...al doende en van anderen leert men)

Beppie

Reply to
Bep Nixnut

"Bep Nixnut" schreef in bericht news:3f9d5d7d$0$58698$ snipped-for-privacy@news.xsall.nl...

Er blijft 2 x de doorlaadspanning van een diode over. Dus 2 x ca 0,6 Volt is 1,2 Volt. Mijn gevoel zegt dat je de twee - (minnen) niet aan elkaar mag maken. Beredeneren kan ik het (nog) niet. Heb je toch een voeding met 2 verschillende spanningen en een gemeenschappelijke min nodig. Dan moet je de zaak enkel fasig gaan gelijk richten. Dan kan het wel. Beetje minder effectief, en grotere elko's nodig.

jantje

Reply to
jantje

Wat je ook kunt doen, is aansluiting 3 tijdelijk als massa beschouwen (alle spanningen zijn immers relatief ten opzichte van elkaar). De wisselspanningen van aansluitingen 1 en 2 bepalen dan de spanningen op +1 en Min 1n en +2 en Min 2 - dat was al duidelijk. De negatieve amplitude van aansluiting 1 (die Min 1 bepaalt) is veel groter is dan die van aansluiting 2. Als je nu de Minnen aan elkaar hangt, wordt Min 2 via D5 omlaag getrokken tot het niveau van Min 1 - met andere woorden: aansluiting 2 levert geen bijdrage meer aan de nu gezamenlijke Min.

Je zult sowieso een weerstand voor die zener moeten zetten - en als je die

33 volt wilt gebruiken als afstemspanning voor tuners e.d.: vergeet het maar; een zener is veel te temperatuurafhankelijk. Hiervoor zijn speciale 33V-referentiechips in de handel (die overigens ook gewoon twee aansluitingen hebben en tegenwoordig als twee druppels water op zenerdioden lijken). Voorbeelden zijn de TAA550B (oud) en de ZTK33B.

Als je niet te veel stroom nodig hebt: gewoon de aansluitingen 1 en 2 enkelfasig gelijkrichten, met 3 als massa (dus alleen D3 en D7 handhaven). Je moet alleen twee zo grote afvlak-elco's gebruiken in vergelijking met dubbelfasige gelijkrichting. Het is echt geen zonde om geen brugcellen te gebruiken! Nog even voor de volledigheid de voedingsrimpel over een afvlak-elco bij enkelfasige gelijkrichting:

I Urimpel = ------ 50 * C

I = belastingsstroom C = afvlakcondensator

50 = frequentie waarmee C wordt bijgeladen (50Hz bij enkelfasige gelijkrichting, 100Hz bij dubbelfasige gelijkrichting)

Nemen we bijvoorbeeld de 14V-aftakking, met een maximumstroom van 250mA, dan zijn de berekeningen als volgt: _ Onbelaste afgevlakte spanning = V2 * 14 - 0,7 = 19 volt.

Die wortel twee is de verhouding tussen de effectieve waarde en de amplitude van een sinusvormige spanning, en die 0,7 is de spanningsval over de gelijkrichtdiode (verdubbelen bij brugcellen!).

De spannning mag voor de 7812 niet onder de 14 volt komen, dus de rimpel mag maximaal 5 volt bedragen:

0,25 0,25 5 = ------ => C = ------ = 1000 uF 50 * C 50 * 5

Neem dus voor de afvlakcondensator minimaal 1000uF bij 25 volt (en bij voorkeur 2200uF/35 volt). Vergeet niet de berekeningen aan te passen aan je eigen situatie.

Succes ermee,

Richard Rasker

--
Linetec Translation and Technology Services

http://www.linetec.nl/
Reply to
Richard Rasker

ElectronDepot website is not affiliated with any of the manufacturers or service providers discussed here. All logos and trade names are the property of their respective owners.