Lang verhaal... Enkele jaren terug in Zweden een soort Mercedesster gevonden met gewichtjes aan de drie punten die op en neer van een symmetrische helling rolde, uren, dagen, maanden... Grote consternatie bij de collega's, tot we het spul openbraken. Binnenin zat een batterij en een elektromagneet, de gewichtjes op de sterpunten zijn ook magneten, dus trekt de elektromagneet de draaiende ster naar beneden. Naief natuurlijk, want waarom dan geen permanente magneet, en trouwens bij het naar boven gaan trekt hij even hard weer tegen. Boel verder opengebroken, de spoel bleek er twee te zijn over elkaar heen gewonden en er zat een transistorlijkend ding in : LC945P, nergens terug te vinden. Na enig verder zoekwerk bleek het inderdaad een transistor te zijn (equivalent aan een BC 547). Volgens mij detecteert die ene spoel de nadering van een magneetveld en schakelt dardoor de transistor die op zijn beurt de elektromagneet laat aantrekken tov de naderende magneetjes, de ster versnelt extra. Bij de verwijderende ster keert de N en de Z om in de detekteringsspoel en spert de transistor, de ster wordt losgelaten tijdens zijn stijgtraject, draait weer naar beneden, versnelt weer. Enz...
een : maak ik een fout in mijn redenering ? twee : indien niet : ik zou het ding willen vergroten tot de grootte van een fietswiel want ik heb onlangs hele kleine sterke magneetjes gevonden die ik kan inplakken tussen de binnenband en de buitenband. Maar daarvoor moet ik mijn dimensionering vergroten : een sterkere elektromagneet, een andere transistor, een andere spoel wikkelen. Kan iemand mij suggesties aan de hand doen ?
mvg P.